Publicaties
Bij H 19 'Ik ben zo vrolijk als een parkiet’, een gedicht over je karakter
19 ‘Ik ben zo vrolijk als een parkiet’, gedichten schrijven in het VO
Een gedicht over je karakter, werken met vergelijkingen
Deze werkvorm is voor volwassenen net zo geschikt als voor (oudere) kinderen en jongeren. Hier ter opwarming een paar regels uit gedichten van brugklassers in Hengelo.
Soms werkten ze één eigenschap wat verder uit, zoals hier:
Ik ben nieuwsgierig/nieuwsgierig als een eekhoorn/ ik snuffel een beetje/ bij bomen en bladeren
Ik ben zo slim als een uil / die door de nacht kijkt / en dit gedicht sluit.
Maar een opsomming van eigenschappen met weinig uitwerking kan ook mooi zijn, zoals:
Ik voel mij soms een hyper hamster, en dan weer een stille muis
Verzamelen
Inventariseer wat rijtjes, niet uitputtend, maar als mogelijkheden. Eerst schrijf je allerlei eigenschappen/ stemmingen (van jezelf) onder elkaar. Dan maak je een rijtje met voorwerpen, een met dieren, een met landschappen, en een met weersoorten.
Kies een paar eigenschappen/stemmingen uit die echt bij jou horen. In dit gedicht ga je een stemming of eigenschap van jezelf vergelijken met iets (voorwerp, weersoort, landschap) uit de andere rijtjes, bijvoorbeeld
Ik ben zo somber als een mol
Mijn aandacht lijkt op een vergiet
Ik ben net een gebergte met toppen en dalen
Schrijven kladversie
Schrijf eerst een strofe (couplet) van 4 of misschien wel 6 regels over één stemming of eigenschap. Vertel hoe die ruikt, klinkt, voelt, beweegt, welke kleur ie heeft; heel concreet.
Je doet alles met beelden, je legt niks uit. Eindrijm kan, maar hoeft zeker niet. Het kan remmend werken als je direct overal een rijmwoord bij moet bedenken.
In de volgende strofe ga je ofwel naar een volgend kenmerk van jou, of je werkt het eerste nog verder uit.
Maar een opsomming van heel veel eigenschappen met steeds andere dieren, zoals boven bij eekhoorn, uil, kan ook mooi zijn. Gebruik dan steeds maar één regel waarin je dat laat zien (zo mooi als een pauw/met zijn prachtige veren)
Afmaken
Hoe vind je het geheel bij elkaar passen?
Lees het hardop aan jezelf voor, voor het ritme en om te horen waar je struikelt.
Kijk of je misschien iets kunt herhalen: een klank (eind- begin of middenrijm), of een hele regel.
Is het gelukt om filmisch te blijven en niet teveel uit te leggen?
Vind je een titel nodig? Zo ja: verklap dan niet meteen de clou.