Publicaties
Tips voor verhaalschrijvers middenbouw
TIPS voor verhaalschrijvers middenbouw
Op ideetjes komen
De verhalen liggen op straat! Alleen: je moet ze zien liggen. Verzamel eerst ideetjes. Hier onder vind je wat tips daarvoor.
Kijk goed om je heen, luister! Of gebruik plaatjes zoals wij in de les ook deden; heb je plaatjes die je aan een sprookje doen denken? Grappige plaatjes? Of muziek die je mooi vindt?
Beginnen
In het begin moet je gewoon lekker doorschrijven. Ga jezelf niet te snel verbeteren, dit is een klad. Dus eerst ga je de vier stukjes die heir onder staan, gewoon lekker los opschrijven. Alles is goed! Later ga je pas met de ‘nakijkhulp’ van klad naar net.
Opbouw verhaal, een kapstok. Alle verhalen bestaan eigenlijk uit deze vier delen:
1. ‘Op een dag…/er was eens/op een mooie zomeravond….’enz. :
Kijk goed naar het plaatje en schrijf op:
Waar is het?
Wanneer?
Wat zie je: welke personen of dieren of dingen of iets uit de natuur?
Wat doen zij daar? Beschrijf ook de kleuren!
Wat hoor je daar?
Wat ruik je?
Hoe voelt het (koud, kriebelig enz.)?
Wie komt er dadelijk aan op deze plek? Of: wie is hier pas nog, of lang geleden, geweest?
Schrijf nu het eerste stukje. Witte regel aan het eind.
2. Maar dan/toen… verandert er iets…..
Er komt bv. een bijzonder iemand langs; of iemand gaat dood, of wordt geboren. Of iemand raakt iets belangrijks kwijt, of vindt iets engs of valt in een put. Daardoor wordt het minder leuk dan in het begin, of spannend of eng.
Schrijf dat in een paar regels op, net alsof je een filmpje laat zien: wat gebeurt er, wat hoor je, wat zie je, wat ruik je, wat voel je?
Witte regel aan het eind.
3. En plotseling….Er verandert weer iets
bv. een orkaan steekt op, iemand ontdekt iets, er komt een wijze redder, een toverdrank, een emmer, een oude brief…
Daardoor gaat het beter of slechter dan in scène 2. Of het raadsel wordt opgelost, of de held vindt zijn weg naar zijn huis, of…. Je voelt al een beetje hoe het af kan lopen..
Witte regel aan het eind.
4. En tenslotte…..
Hoe loopt dit sprookje af? ‘Zij leefden nog lang en gelukkig’ is te afgezaagd, maar als het goed afloopt: hoe kun je dat zien? B.v. een zieke vrouw wordt beter, de prinses trouwt met de prins, een meisje vindt haar broers terug, het toverkleed wordt uitgekozen als mooiste van het land……
‘Nakijkhulp’ tussen de kladversie en nette versie
- Is het ‘filmisch’, zit er sfeer in, kan ik het voor me zien (horen enz)?
(vermijd dus woorden als ‘goed’, leuk’, ‘akelig’ enz. Beschrijf!) - Is de opbouw van het verhaal volgens de vier fases?
- Heb je tussen de alinea’s een witte regel (overzichtelijk lezen)
- Komt de afloop niet teveel ‘uit de lucht vallen’, past die in het verhaal?
- Welke woorden en zinnen kunnen weg, of anders?
- Bv. ‘en toen’, of: ‘ze lopen te/zitten te…’?
- Bedenk een titel, die past. Niet alles verraden, maar wel nieuwsgierig maken!
- Lopen de zinnen? Controleer de spelling.
Bronnen voor verhalenschrijvers
- Lonneke van Asseldonk: ‘Hoe word ik schrijver of dichter?’ Ploegsma 2008
- Marja Baseler: ‘Schrijf!’ Alles over het schrijven van gedichten en verhalen.
The house of books 2008 - www.kinderschrijflab.nl (zelf een boek maken)
- www.juniorschrijfwedstrijd.nl (elk jaar tot 1 maart insturen)
Zij schrijft vanaf haar zevende jaar. Toen schreef ze gedichten, en een ‘roman’, waarvan een hoorspel werd gemaakt voor de radio. Later schreef ze graag opstellen. Nu schrijft ze gedichten, verhalen en artikelen. Maar vooral maakt Miriam anderen enthousiast om ook te schrijven. In De TalenTuin kunnen jonge en oude mensen schrijfcursussen volgen. En Miriam traint leerkrachten om dit zelf te doen met hun klas.
Als je het leuk vindt, schrijf eens een bericht in mijn gastenboek: www.detalentuin.nl/gastenboek.
Of kijk naar teksten van andere kinderen op www.detalentuin.nl/nieuws/jong schrijftalent.
Veel schrijfplezier! Miriam Janssen, www.detalentuin.nl