Publicaties

Begin van een verhaal schrijven , BB



1.
Het begin van een verhaal voorlezen tot aan de tweede alinea: ‘en toen..’, ‘maar ineens…’

2. Afbeeldingen uitdelen bv. van plekken of personages.
Associatievragen /geleide associatie  op digibord projecteren. Het is het mooist om dit in Powerpoint te doen via de oprolvorm: de vragen verschijnen om beurten.
‘Antwoorden opschrijven. Fantaseer, alles  mag! ‘  

Bij een afbeelding van een PLEK
          -  waar is het?
          -  wanneer (tijd van de dag, tijd van het jaar)?
        -    welke geluiden hoor je daar?
        -    hoe ruikt het daar?
        -   is er iets te proeven? wat?
        -   wat zie je allemaal (gebruik ook kleuren)?
        -   hoe voelt het daar (bv. wind op je huid, klef warm)?
        -   wat zijn de namen van de personen die we hier zien?
        -   wat doen ze?
3.
‘Nu begin je je verhaal, kies een beginzin. Dan heb je al de tijd of de plek waarin het speelt’. Projecteer de keuzes  (LK- 1 c)
- tijdstip: op een dag…  ;, Elke middag om drie uur ging Piet Patat….
- plek:  in een groot donker bos…..  ; Op een planeet hier ver vandaan woonde (naam)….
‘Nu schrijf je een stukje verhaal met zoveel van de antwoorden op de vragen hierboven als jij kunt  gebruiken.  Dit is alleen nog maar het begin.
Ongeveer vijf  zinnetjes.  Filmisch schrijven, dus  zonder ‘verboden woorden’ (event. dia  ‘verboden woorden’ nog eens tonen).                                             

4.
‘Na deze introductie van je verhaal, begint het volgende stuk met een spannende zin: er verandert iets,  bv. een windvlaag of een vreemde bezoeker  of een raar geluid. Dit kan beginnen met  zinnetjes zoals: ‘maar plotseling…’.of ‘op dat moment ’ of….. (zelf verzinnen).
Voorbeelden noemen bv. ‘op dat moment  hoorde hij van heel ver weg een snerpend geluid’ of : ‘Ineens ging de deur open en verscheen zijn moeder. Toen….’ .  ‘
Schrijf dat op In 1 of 2 zinnen. Ze moeten wel iets te maken hebben met wat je daarvoor schreef!’

Variant: Als je meer tijd hebt en verdieping wil, kun je in tweetal de eerste alinea aan elkaar laten voorlezen en samen een wending laten verzinnen waardoor je naar het tweede stuk van het verhaal kunt.

© www.detalentuin.nl
uit:  ‘Leerlijn gedichten en verhalen in de stellessen’, map bovenbouw
TalenTuin/Rijnbrink, 2016

 
Share our website

Quicklinks