Nieuws

Schrijven in het park



Schrijven in het park, woensdag 24 augustus 2022

Een dag schrijven met de omgeving als inspiratiebron.
Die omgeving is het Bernhardplantsoen in Hengelo, een park met grasvelden, oude en jongere bomen, een rozentuin, een speeltuin, een muziekkoepel, een vijver met kunst erin: genoeg inspiratie! We gebruiken de uitspanning ‘De Ontmoeting’ als uitvalsbasis.

We gaan onderzoeken wat en hoe je daar allemaal over kunt schrijven.
Je probeert genres uit bijvoorbeeld gedicht, column, sprookje, reisverhaal, zkv (zeer kort verhaal).
Voor de meesten zal het non-fictie worden, maar een fictief verhaal mag uiteraard ook!
Alles mag, niets hoeft. Zowel geschikt voor beginners als voor meer gevorderden.

Waar:       St. Bernhardplantsoen Hengelo (tegenover station NS)
Wanneer: woensdag 24 augustus 2022 10.30 – 16.30 uur.
Hoeveel:   € 55 incl. koffie plus bij de start). Je kunt eigen lunch meebrengen,
                   maar je kunt ook gebruikmaken van de catering van 'De Ontmoeting'.
Aanmelding: tot 10 augustus bij info@detalentuin.nl

Als 'smaakmaker' hier onder een voorpublicatie uit mijn boekje 'Achter de schermen van een schrijfdocent', dat dit najaar uitkomt.


3. Kasteeltuin, klokkentoren

De locatie maakt het verhaal

Op een mooie zomerdag lopen in de kasteeltuin en het koetshuis tien mensen rond met pen en notitieblok. Eentje staart naar een bessenstruik. In het koetshuis streelt iemand de koperen theepot. Het zijn cursisten van een dagje ‘schrijven op locatie.’
Bij de eerste schrijfopdracht verkennen de deelnemers de ruimtes: noteer wat je op deze plek treft, wat je ziet, hoort, proeft, ruikt en voelt. Noteer ook de herinneringen, emoties, gedachten die daarbij opkomen.  Vaak leveren die associaties de schrijfthema’s voor zo’n dag: het landschap kan doen denken aan een droomreis, de al te netjes geschoren grasmat roept een oude ergernis op over de strakke school van vroeger. En de koperen ketel op de kachel is natuurlijk de theepot uit de studententijd.

Een locatie fungeert als het decor waarmee schrijvers het hunne doen. Kasteeltuin, grasmat, theepot: alles kan leiden tot herinneringen en verhalen. Zintuiglijke associaties, wat hoor je, voel je, ruik je, proef je, zie je, brengen je intuïtief bij een sfeer, een herinnering, een fantasie. Er gaan laadjes open. Doordat je buiten je gewone sferen bent, krijg je het verwonderde oog van een kind op vakantie. Je ziet en ruikt in de nieuwe omgeving onvermoede details, het filmpje voor je tekst gaat draaien.
Dit alles kan leiden tot ideeën en flarden van verhalen, maar vaak zijn het er te veel. Ik vraag iedereen in te zoomen op één van alle genoteerde indrukken en associaties.  In het doorschrijven daarover gaat het toeval meespelen. Er ontstaan verbindingen tussen wat je hier met die nieuwe blik waarneemt en ander materiaal, dat kennelijk  zomaar ergens in je klaarlag.

Wat kun je met eenzelfde thema doen in een gedicht, in een verhaal of juist in een column? Leent een bepaalde indruk zich meer voor een reisverslag of voor een stukje autobiografie? Vaak kristalliseert zich dit vanzelf uit.    
De theepot uit de studententijd leidt tot een filosofische bespiegeling over onthaasting. In de rode bessen aan de struik schuilen kinderherinneringen, die een teer gedicht  oproepen over wandelingen met de vroeg overleden vader. Maar er kan ook pure fictie komen: in de manshoge, verweerde spiegel verschijnen fictieve personages: een landmeter, een elfenmeisje. Bij een van de schrijvers gaat een man op reis naar de stilte van deze plek en belandt in een herinnering die een ommekeer betekent. Het is het verhaal van de schrijver zelf, verpakt in fictie. En natuurlijk schreeuwt het ouderwetse vuilnisvat om een column over verspilling.

Op zo’n cursusdag eindigen we meestal met het voorlezen van de eerste versies. Eigenlijk hoort dat voorlezen plaats te vinden na het schrijven van de tweede versie, maar dat lukt op één dag niet. We nemen genoegen met een eerste aanzet. Wie dat wil, kan thuis alles nog verfijnen.
In de voorleesronde aan het slot slaat bij velen de aanvankelijke onzekerheid om in verwondering, blijdschap: ‘Heb ík dat geschreven? Heb jíj dat bedacht? Waar komt dit allemaal vandaan?’

De omgeving heeft luikjes geopend.







 
Share our website

Quicklinks